De komende twee oefenduels van de OranjeLeeuwinnen worden aangegrepen om te oefenen met de
nieuwe spelregels die vanaf 1 juni van kracht zijn in het wereldwijde voetbal. De internationale
spelregelcommissie (IFAB) kondigde begin maart tien spelregelwijzigingen aan. Alle aanpassingen passen
in de ‘play fair!’ strategie: het verbeteren van het gedrag van spelers en het respect, de zuivere speeltijd
verhogen en het spel eerlijker en attractiever maken.
De IFAB voerde overigens niet alleen enkele nieuwe regels in, er werd er ook eentje overboord gegooid:
de strafschoppenseries volgens het ABBA-principe zijn vanaf volgend seizoen van de baan. Vanaf 1 juni
is het weer ‘gewoon’ vijf keer om en om.
De 10 nieuwe spelregels op een rij:
1. Doeltrap of vrije trap (verdedigend team) hoeft de zestien niet meer uit
De bal hoeft bij een doeltrap niet meer het zestienmetergebied te verlaten voordat een speler de bal mag
aanraken. Hetzelfde geldt voor vrije trappen voor de verdedigende partij in het eigen strafschopgebied
2. Ook teamofficials kunnen gele/rode kaart krijgen
Scheidsrechters kunnen nu ook een gele of rode kaart geven aan teamofficials die zich schuldig maken
aan ‘onbehoorlijk’ gedrag. Als niet duidelijk is wie de overtreding maakte, dan ontvangt de coach die op dat
moment in de instructiezone als hoofdcoach optreedt, de gele of rode kaart.
3. Gewisselde spelers via de kortste weg van het veld
Een speler die gewisseld wordt, moet het veld verlaten bij de dichtstbijzijnde doel- of zijlijn, tenzij de
scheidsrechter de speler toestaat om het veld te verlaten bij de middenlijn.
4. Scheidsrechtersbal
Omdat de scheidsrechtersbal in de huidige vorm vaak leidt tot een opstootje of een ‘gekunstelde’ hervatting
– bijv. de bal na een scheidsrechtersbal diep op de helft van de tegenstander over de zijlijn te trappen –
wordt dit aangepast. Het laten vallen van de bal gebeurt voor slechts één speler en alle andere spelers
moeten zich op minimaal 4 meter afstand bevinden. Het spel zal dan op de ‘normale’ wijze worden
voortgezet, d.w.z. dat de bal niet terug wordt gegeven aan de tegenstander. Als het spel werd onderbroken
terwijl de bal, of het laatste contact met de bal, in het strafschopgebied was, dan geeft de scheidsrechter
de bal aan de keeper van de verdedigende partij. In alle andere gevallen gaat de bal naar een speler van
het team dat de bal het laatst geraakt heeft op de plaats waar de bal werd geraakt.
Als de bal de (assistent) scheidsrechter raakt, volgt in bepaalde gevallen een scheidsrechtersbal voor het
team dat de bal het laatst in bezit had voordat de (assistent)scheidsrechter werd geraakt:
Als hierdoor de bal in het doel gaat
Als hierdoor een kansrijke aanval ontstaat
Als hierdoor het andere team in balbezit komt
In alle andere gevallen gaat het spel gewoon door.
5. Muurtje
Als het verdedigende team een ‘muurtje’ vormt van drie of meer spelers, dan moeten de spelers van het
aanvallende team minimaal 1 meter afstand houden van het ‘muurtje’.
6. Hands
Een doelpunt wordt voortaan altijd afgekeurd als de bal een arm of hand heeft geraakt, ook al is het
onbedoeld en is er sprake van aangeschoten hands. Het creëren van een scoringskans met de hand mag
evenmin.
Een speler zal normaal gesproken niet worden bestraft wanneer de bal zijn hand of arm raakt als de bal
kaatst vanaf het eigen lichaam van de speler of van het lichaam van een andere speler (van beide teams)
en als een speler valt met de hand of arm als steun tussen het lichaam en de grond.
7. Keeper
Als een keeper de bal direct in de goal van de tegenstander gooit, volgt er een doeltrap.
Als een keeper een bal tevergeefs heeft geprobeerd weg te werken, en deze komt weer bij hem/haar terug,
dan mag de keeper de bal met de hand pakken, zonder dat dit een overtreding is.
8. Penalty’s
Als de strafschopnemer van een team geblesseerd is geraakt, mag hij/zij (snel) worden verzorgd (op het
veld) en daarna de strafschop nemen.
De scheidsrechter hoeft niet aan te geven dat de penalty wordt genomen, als de keeper de doelpalen, de
lat of het net aan tikt, of als de keeper beweegt.
De keeper moet zich op (niet voor of achter) de doellijn bevinden bij het nemen van een strafschop, maar
hoeft slechts één voet op de doellijn te hebben (of daarboven als deze in de lucht is) als de strafschop
wordt genomen.
9. Aftrap
Het team dat de toss wint mag of bepalen aan welke kant ze het doel aanvalt, of ervoor kiezen de aftrap te
nemen
10. Ingooi
Alle spelers moeten tenminste 2 meter afstand houden bij een ingooi.